“We staan nog maar aan het begin van een traject dat heel lang gaat duren. Het probleem van aflossingsvrije hypotheken gaat zich materialiseren over 10 tot 15 jaar. Er is dus nog tijd, al kun je ook niet te lang wachten. Klanten moeten indien nodig tijdig in actie komen om hun financiële situatie te verbeteren. Maar de activering moet wel op de juiste manier gebeuren. Het is een nieuw traject, dus aanbieders zijn nog volop aan het experimenteren. Dan is het nu belangrijk dat we daar met z’n allen van leren en goed kijken naar wat werkt. Op dit moment gaat kwaliteit boven kwantiteit en snelheid.”
Of ze het intermediair daarin betrekken, dat is aan de hypotheekverstrekkers zelf
“De problematiek is heel verspreid. Er zijn ook mensen die al eerder moeten aflossen, of mogelijk in de problemen komen vanwege hun pensioen. We hebben daarom een risicosegmentatiematrix ontwikkeld waarin we kijken naar de omvang van het risico en de urgentie. Daar komt een bepaalde prioritering uit voort die aanbieders hanteren bij het activeren van hun klanten.”
“Het intermediair heeft een heel belangrijke rol in de hypotheekketen. Maar we hebben nu de eindverantwoordelijkheid gelegd bij de aanbieders. De aanbieders hebben de producten immers ontwikkeld en in de markt gezet. We willen dat die verantwoordelijkheid ook echt duidelijk belegd is, zodat er geen situatie ontstaat waarin een klant tussen de wal en het schip valt. Ons ultiem streven is dat alle aanbieders het activeren van klanten tot een integraal onderdeel hebben gemaakt in de nazorg voor hun hypotheken. Hoe ze dat inkleden en of ze het intermediair daarin betrekken, dat is aan de hypotheekverstrekkers zelf. Het intermediair adviseert mensen bij de belangrijkste investering in hun leven. Een woning kopen wordt steeds complexer. Als een adviseur een oude aflossingsvrije hypotheek oversluit of nieuwe hypotheek sluit, dan is het belangrijk dat het advies ook echt goed is. Dat een klant de consequenties van een aflossingsvrije hypotheek begrijpt en dat het past in zijn langetermijnwensen.”
Als er inzichten komen dat het anders moet, dan zullen we onze aanpak aanpassen
“Tot nu toe zaten we in de ontwikkelingsfase van de strategie: wat verwachten we precies van de sector? Nu de strategie er is, gaan we intensief toezicht houden of het ook werkelijk gebeurt. Dus we gaan kijken of aanbieders adequaat hun proces hebben opgezet in lijn met onze strategie. En of de kwaliteit de lat haalt die we hebben beschreven. Leren is op dit moment heel belangrijk. Als er inzichten komen dat het anders moet, dan zullen we onze aanpak aanpassen. En we blijven in dialoog met de sector.”
“Er is geen einddatum. Dit blijft lopen zolang het nodig is. De vraag is in welke vorm of intensiteit, maar daar valt nu nog niets over te zeggen. We zijn pas net begonnen.”