Advertorial

Jan Willem Prins (Nostimos):

‘Vakkennis bij verjaringskwesties noodzakelijk!’

Lees verder 


Wanneer iemand door schuld van een ander letselschade oploopt, kan het slachtoffer een schadeclaim indienen bij de aansprakelijke partij. Als een claim eenmaal is verjaard, kan echter nooit meer aanspraak worden gemaakt op een vergoeding. We gaan in gesprek met Jan Willem Prins, personenschadedeskundige bij Nostimos, dieper in op de verjaringstermijnen die vaak per type schadegeval verschilt. ‘Het is van groot belang om tijdig een belangenbehartiger in te schakelen, die de verschillende verjaringstermijnen kent en in de gaten houdt.’

 

Dat het hoofd van slachtoffers door de vaak emotionele en ingrijpende gevolgen van letselschade niet staat naar het in acht nemen van de verjaring van het recht op schadevergoeding, moge duidelijk zijn. “Dat neemt echter niet weg dat er veel extra leed kan ontstaan, wanneer verjaringsregels worden gemist en er daardoor geen aanspraak meer kan worden gemaakt op een schadevergoeding”, zegt Prins.

 

Het hoofduitgangspunt

De hoofdregel, die geldt voor de meeste soorten ongevallen, zit verpakt in artikel 3:310 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Daarin is bepaald dat een rechtsvordering tot vergoeding van schade na vijf jaar verjaart, welke termijn gaat lopen vanaf het moment dat de aansprakelijke partij en de schade bekend zijn. Bij minderjarige slachtoffers gaat de verjaringstermijn bovendien pas in op het moment dat deze meerderjarig wordt.

 

“Daarnaast is er sprake van een aantal uitzonderingssituaties, waaronder op het gebied van productaansprakelijkheid en personenvervoer”, voegt Prins toe. “Als bijvoorbeeld letselschade ontstaat doordat een telefoonoplader ontploft, dan geldt ten opzichte van de producent maar een verjaringstermijn van drie jaar. Datzelfde is het geval ten opzichte van de vervoerder wanneer iemand tijdens een busreis bijvoorbeeld onderuit gaat in het gangpad.”

Stuiting

Voordat een verjaringstermijn is verstreken moet in de regel een zogeheten stuitingshandeling worden verricht. “Dit gebeurt in de praktijk meestal per aangetekende brief waarin kenbaar wordt gemaakt dat de vordering onverkort wordt gehandhaafd. Dan gaat er weer een nieuwe verjaringstermijn lopen”, aldus Prins. Het moet hierbij gaan om ‘een voldoende duidelijke waarschuwing aan de schuldenaar dat hij er ook na het verstrijken van de verjaringstermijn rekening mee moet houden dat hij de beschikking houdt over zijn gegevens en bewijsmateriaal, opdat hij zich tegen een dan mogelijkerwijs alsnog ingestelde rechtsvordering behoorlijk kan verweren’. 

 

Anders bij verkeersongeval met motorvoertuig

Bij verkeersongevallen waar een motorvoertuig bij is betrokken geldt een bijzondere regel. Omdat alle auto’s (verplicht) WAM-verzekerd zijn, heef een slachtoffer dan namelijk ook een rechtstreeks vorderingsrecht op de verzekeraar van de auto die de aanrijding veroorzaakt. Hiervoor geldt een verjaringstermijn van drie jaar die gaat lopen vanaf de schadegebeurtenis.


Nostimos_239

 Jan Willem Prins: “Ons voornaamste doel is om ervoor te zorgen dat klanten zich volledig kunnen richten op hun herstel.” 

“Het gaat in deze gevallen ook om een bijzondere vorm van stuiting”, licht Prins toe. “Er is namelijk sprake van duurstuiting, waardoor het slachtoffer niet meer hoeft te stuiten wanneer de onderhandelingen met de verzekeraar lopen. Anders gezegd, zo lang de onderhandelingen niet bij deurwaardersexploot of aangetekende brief door de WAM-verzekeraar zijn afgebroken, gaat er geen nieuwe verjaringstermijn lopen.”

 

Zelfde letsel, andere gevolgen

Met ruim 30 jaar ervaring in letselschade heeft belangenbehartiger Nostimos een werkwijze opgebouwd die bijdraagt aan een goed eindresultaat. Niet alleen houden de letselschadejuristen – die allen als NIVRE Register-Expert staan ingeschreven of daartoe in opleiding zijn – de verjaring daarbij nauwlettend in de gaten, maar stemmen alles ook volledig af op de specifieke wensen van de klant. “Vooral ook met het oog op de complexiteit van letselschade, waarbij eenzelfde letsel voor ieder individu heel andere gevolgen kan hebben”, aldus Prins. “Iemand die fysiek werk levert raakt met een beenbreuk bijvoorbeeld volledig arbeidsongeschikt voor dat werk, terwijl dit bij degene die administratief werk verricht niet per se het geval hoeft te zijn. In diezelfde gedachtenlijn zijn de gevolgen van een litteken in het gezicht bij een jong model natuurlijk ook heel anders dan bij een gepensioneerde man op leeftijd.”

 

Maatwerk vraagt om persoonlijk contact

Volgens Prins dragen ook demografische ontwikkelingen bij aan de toenemende vraag naar tailor-made oplossingen. “Er zijn tegenwoordig steeds meer zelfstandig ondernemers die door het gebrek aan een sociaal vangnet in acute problemen kunnen raken door letselschade. Voor hen geldt dat een tijdige en adequate bevoorschotting van groot belang is.”

 

Omdat letselschade dus vaak vraagt om het leveren van maatwerk, vinden wij persoonlijk contact zo belangrijk”, vervolgt hij. “Doordat wij met meerdere personenschadedeskundigen werken in een netwerk van fysieke vestigingen, die door het hele land verspreid liggen, zitten we altijd dicht bij de klant. Wij merken dat dit enorm helpt om de juiste, persoonlijke en op maat gemaakte bijstand te kunnen geven.”

 

Meer info: www.nostimos.nl


Actieve transparantie

Nostimos

6/11
Loading ...