Pensioenakkoord_201

Minister Wouter Koolmees en premier Mark Rutte tijdens het pensioendebat in de Tweede Kamer.

 

Het pensioenakkoord: de stand van zaken

2019 is het jaar van het principeakkoord voor een nieuw pensioenstelsel. Na negen jaar onderhandelen bereikte het kabinet begin juni overeenstemming met vakbonden en werkgevers. Wat ging er aan vooraf? En kan het akkoord op steun blijven rekenen? De stand van zaken.

Lees verder 

Juni 2019 gaat de boeken in als het moment waarop het kabinet er eindelijk in slaagde om na negen jaar een (principe-)akkoord te bereiken over het nieuwe pensioenstelsel. De AOW-leeftijd was een van de heikele punten waarover nog overeenstemming bereikt moest worden. Dat lukte. Ook werden de onderhandelende partijen het eens over deelname van zzp’ers aan een pensioenfonds, het ontlasten van mensen met zware beroepen en krijgen pensioenfondsen de mogelijkheid om verschillende contracten aan te bieden.

 

In 2010 werd al gesproken over een pensioenakkoord. Dat hield in de praktijk niet veel meer in dan dat het besluit was genomen dat er een nieuw pensioenstelsel moet komen, omdat de bestaande regelingen niet houdbaar zijn voor de toekomst. Het gevolg van vergrijzing, en de steeds lagere rente, maar ook de financiële crisis van 2008 speelt een rol.

 

Jarenlang is gebakkeleid over verhoging AOW- en pensioenleeftijd

Jarenlang is gebakkeleid over verhoging van de AOW- en pensioenleeftijd. In juni 2010 kwamen werkgevers en werknemers overeen dat de AOW-leeftijd in 2020 omhoog zou gaan naar 66 jaar en in 2012 besloot de Tweede Kamer daartoe. Al kwam er in datzelfde jaar een nieuw kabinet dat weer iets anders voor ogen had: 67 jaar in 2021. Later werd dat jaar aangepast naar 2023. En inmiddels is dat weer achterhaald met het pensioenakkoord van 2019.

 

Voordat het principeakkoord er was is geprotesteerd en zijn impasses doorbroken

De roep om tot overeenstemming te komen over een nieuw pensioenstelsel was niet altijd even luid. Pas begin 2018 was die weer serieus hoorbaar. Al duurde het uiteindelijk tot 4 juni totdat er een principeakkoord was. In de tussentijd werd geprotesteerd.

Pensioenakkorrd

Al snel nadat het akkoord was gesloten, kwam het kabinet met plannen naar buiten die een uitvloeisel zijn van het akkoord. Zo moeten mensen meer flexibiliteit krijgen bij het opnemen van hun pensioen. In de toekomst kan daarom maximaal 10% van de waarde van het opgebouwde pensioen worden opnemen direct bij pensionering om bijvoorbeeld de hypotheek af te lossen, het huis te verbeteren of om lekker op reis te gaan. Al moet het wetsvoorstel wel worden aangepast, omdat daarmee de mogelijkheden voor mensen die met vervroegd pensioen willen aanzienlijk worden beperkt.

 

Lage dekkingsgraad zorgt ervoor dat korten op pensioenen nabij is

In oktober 2019 kon minister Koolmees melden dat hij weer een stap verder was in de uitwerking van het pensioenakkoord. De planning was gereed. Een maand later dreigden zowel vakbond FNV als de oppositiepartijen GroenLinks en PvdA hun steun aan het pensioenakkoord in te trekken. Oorzaak: de sterk gedaalde beleidsdekkingsgraad van de diverse pensioenfondsen, waardoor korten op de pensioenen voor miljoenen Nederlanders wel erg dichtbij komt. Koolmees werd de wacht aangezegd: hij kon alleen op steun blijven rekenen als de kortingen van de baan zijn. En de steun van de PvdA is heel hard nodig, omdat er anders in de Eerste Kamer geen meerderheid voor het akkoord is.

Interview Univé_104

Er is lucht: pensioenen nog niet gekort

Uiteindelijk is het kabinet met een oplossing gekomen waardoor er even lucht is: de pensioenen zijn in de meeste gevallen nog niet per 1 januari 2020 gekort. Koolmees besloot het meetmoment een jaar op te schuiven, waardoor pensioenfondsen die een actuele dekkingsgraad hebben van minimaal 90 procent hebben, vrijstelling krijgen om te korten tot in elk geval eind 2020. Eind 2019 leek het weer iets de goede kant op te gaan: de dekkingsgraden van de pensioenfondsen namen licht toe.

 

Nieuw pensioenstelsel moet met ingang van 2022 van kracht zijn

Het nieuwe pensioenstelsel moet met ingang van 2022 een feit zijn. Voor die tijd moet er nog veel gebeuren. Zo moet er voor de zomer in elk geval een wetsvoorstel liggen met maatregelen die tot doel hebben dat werkenden gezond naar hun pensioen toe kunnen werken. Verder wordt een onderzoek van sociale partners en kabinet afgerond om het moment dat met werken kan worden gestopt onder voorwaarden te koppelen aan het aantal dienstjaren. Koolmees heeft al in de Kamer laten doorschemeren om mensen met een zwaar beroep na 45 dienstjaren met pensioen te laten gaan. Begin 2021 moet het wetsvoorstel voor het nieuwe pensioenstelsel er liggen.  

 

Lees de uitgebreide versie van dit artikel op amweb

AMvrouwen 2020

Pensioenakkoord

11/12
Loading ...