De is steeds minder variatie in het productaanbod. Een van de redenen hiervoor is dat een grote variatie leidt tot een zware belasting van de ICT-capaciteit. Capaciteit die ook dringend voor andere zaken nodig is. Een andere reden is dat er steeds meer aandacht is voor de product governance. Is het product in het klantbelang? Voor de adviseur betekent dit dat extra goed opgelet moet worden.
Een aanbieder die per type verzekering nog maar een zeer beperkt aantal varianten op de markt wil brengen, heeft de keuze om specialist te worden of om zich te richten op de generieke markt. De meeste aanbieders kiezen voor deze laatste optie. Die keuze leidt dan tot het ontwikkelen van verzekeringen met verzekeringsvoorwaarden die voor de meerderheid van de consumenten prima geschikt zijn. Met zo’n verzekering kan de verzekeraar volume maken en zijn bedrijfsprocessen optimaal standaardiseren. Daar is niets mis mee. Mits het inderdaad gaat om een standaardsituatie. Waar de financieel adviseur in een markt die zich zo ontwikkelt dan extra alert moet zijn, is de vraag of zijn klant inderdaad een standaardrisico vertegenwoordigt of dat er toch reden is voor aanvullend advies.
Elk kantoor heeft inmiddels klanten met woningen in de prijscategorie van 1 miljoen euro of hoger
Vroeger was een klant met een woning met een aankoopwaarde van meer dan 1 miljoen euro een bijzonderheid. Nu is de situatie anders. Elk kantoor heeft inmiddels klanten met woningen in deze prijscategorie of hoger. Ik geef een aantal voorbeelden waarmee elke adviseur bij het adviseren van een opstalverzekering dan te maken kan krijgen en waarbij het belangrijk is te onderzoeken of de standaardverzekering de zekerheid biedt die consument en adviseur beogen dan wel dat aanvullende advisering nodig is. De voorbeelden geven denk ik ook aan dat de opstalverzekering in de praktijk een echt adviesproduct is, waar een adviseur met kennis en ervaring voor de consument een belangrijke meerwaarde heeft.
Heeft de klant een woning met zaken als een buitenkeuken, paardenbak, omheining, aanlegsteiger, bijgebouwen of zwembad? Vallen deze dan onder de standaarddekking (aard- en nagelvast)?
Van een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur mag verwacht worden dat deze herkent wanneer een risico ‘standaard’ is dan wel wanneer sprake is van zaken die buiten een standaarddekking vallen. In dat geval moet de adviseur dit signaleren en weten welke gespecialiseerde aanbieders deze klant toch de noodzakelijke zekerheid kunnen bieden.
De misschien wat opvallende conclusie is dan ook dat in een markt die meer en meer gestandaardiseerde producten aanbiedt, de onafhankelijk adviseur steeds nadrukkelijker ook inzicht moet hebben in het aanbod van gespecialiseerde aanbieders. Dat geldt voor de opstalverzekering net zo goed als voor de autoverzekering of vaartuigverzekering. Advies is nu eenmaal geen standaarddienst. Gelukkig!