Voor jongeren is het bijna ondoenlijk om een huis te kopen. Ze hebben vaak te maken met steeds verder stijgende huizenprijzen en strenge hypotheekregels waardoor eigen geld nodig is. En dan is er nog de studieschuld. Het is bovendien ook nog eens de groep die voor hypotheken en verzekeringen het intermediair lang niet altijd weet te vinden. Toch zijn dit de klantengroepen die in de toekomst nodig zijn om in business te blijven.
Binnen de volwassen Nederlandse populatie is op dit moment bijna een kwart millennial (gedefinieerd als 25 tot en met 39 jaar). De volgende generatie, Generation Z (tot en met 24 jaar), beslaat op dit moment ruim 10 procent. Kenmerkend is dat algemeen verondersteld wordt dat het voor deze generaties niet meer vanzelfsprekend is dat zij het financieel beter gaan krijgen dan hun ouders. Opgegroeid met de nieuwe digitale technologieën, met duidelijk meer aandacht voor thema’s als gezondheid, milieu, duurzaamheid en sociale ongelijkheid. Opvallend is ook dat belangrijke life-events zich meer en meer op latere leeftijd voordoen, zoals het huis uit gaan, trouwen en kinderen krijgen.
Augustus 2021 liet een nieuwe recordstijging van de huizenprijzen zien; plus 17,8 procent ten opzichte van augustus 2020. Daarmee is het de grootste stijging sinds het najaar van 2000, aldus het CBS en het Kadaster. Met een modaal inkomen is het steeds lastiger om een koopwoning te bemachtigen. Als alleenstaande met een modaal inkomen is dat inmiddels bijna onmogelijk. Slechts 3,3 procent van het totale huizenaanbod is voor hen bereikbaar. Zo zien we ook dat van de Generatie Z (tot 25 jaar) het bezit van een koopwoning enorm is gedaald: van 24 procent in 2002 naar 6 procent in 2020.
Bezit van materiële zaken is minder van belang voor deze generaties, wat ook zeker gevoed wordt door alle concepten waar ze op dit moment gebruik van maken: Swap-fietsen, Go-scooters, deelauto’s. Dus: omdat ze minder hechten aan eigen spullen hoeven die ook niet verzekerd te worden. Daarnaast is het automatisme om alles te verzekeren ook veel minder aanwezig.
En als we even specifiek inzoomen op de Generatie Z, zien we dat de penetratie van AVP-, rechtsbijstand, uitvaart- en doorlopende reisverzekeringen duidelijk achterblijft bij de rest van de leeftijdsgroepen. Wel zien we voor deze groep juist weer een oververtegenwoordiging van bepaalde extra dekkingen in elektronica bij inboedel, de wintersportdekking bij reisverzekering en de pechhulp bij autoverzekering.
De Generatie Z heeft overduidelijk minder verzekeringen dan de gemiddelde Nederlander (2,5 gemiddeld, ten opzichte van 5,0 gemiddeld), maar heeft deze 2,5 verzekeringen gemiddeld bij 1,5 verzekeraars ondergebracht. Jongeren zijn duidelijk geen pakketpolisklanten. Wat opvalt is dat deze leeftijdsgroep de verzekeringen bovengemiddeld vaak via het bankkanaal afsluit. Dat is vooral vanuit een stuk gemak; ze hebben al een relatie met de bank via de bankrekening/app. Verzekeringen sluiten ze dan ook veelal via het bankkanaal, maar dan wel rechtstreeks (website/app).
Het intermediaire kanaal speelt nauwelijks een rol bij de jongere doelgroepen bij het oriënteren en het afsluiten van schadeverzekeringen. Voor de paar verzekeringen die ze sluiten (gemiddeld dus 2,5 voor de Generatie Z), doet maar 8 procent dat via assurantietussenpersonen. Bij het afsluiten van een hypotheek is het intermediaire kanaal wel in beeld bij de jongeren onder de 25 jaar; 27 procent werd bij tussenpersonen ondergebracht. Al zagen we eerder dat er relatief weinig jongeren/Generatie Z’ers een hypotheek meer kunnen sluiten. En een groot verschil met de schadeverzekeringsmarkt is ook het verschil in het soort intermediairs; in de hypotheekmarkt zijn dat vooral de grote ketens, met een hoge mate van aanwezigheid in de markt.
Ga naar AMweb voor het volledige artikel.