Zo ging dat bij de koop van ons eerste huis. Waar een adviseur mij diep in de ogen keek en mij ondanks m’n destijds onzekere journalistieke freelancebestaan tóch een Aegon-hypotheek gunde. Zo ging dat eveneens toen ik veel recenter een fikse overgangshypotheek wilde afsluiten en geen enkele bank mij die kon geven. Weer was de redder in nood een tegendraadse adviseur, die het smalle geitenpaadje vond, omdat hij wist dat het wel goed zou komen. Het kwam goed, dankzij de eigengereidheid van deze twee topadviseurs.
Had ik daarentegen te maken gehad met regelfetisjisten, zonder enig mandaat, dan was mijn woon- en levensgeluk écht een heel stuk minder geweest. De beknellende en beperkende hypotheekregels stammen veelal nog uit de vorige eeuw en zijn verder aangescherpt na de kredietcrisis van 2008. Begrijpelijkerwijs wilde de politiek toen ontwrichtende misstanden en nieuwe steunoperaties voorkomen.
De crisis in 2008 werd echter niet veroorzaakt door individuele hypotheeknemers, maar door de gebundelde, losgeslagen en misleidende beleggingen daarmee. Niet de individuele huizenbezitters met een te hoge aflossing, maar de ‘criminele zakenbankiers’ van dat perverse en onrealistische beleggingssysteem hebben deze crisis veroorzaakt. Het onder water staan van huizen is vaak maar van tijdelijke aard. Als je niet hoeft af te lossen of te verkopen, is er niets aan de hand.
Ook de wanbetalers hadden hun aflossingen wel hervat na enige tijd. Nee, het waren de ‘chique beleggingsportefeuilles’, volgepropt met zogenaamd risicoloze subprime-hypotheken, die van de ene op de andere dag moesten worden afgewaardeerd naar hun werkelijke waarde. Het subprime-beleggingshuis bleek niets meer en niets minder dan een kwetsbaar en frauduleus piramidespel.
Tot op de dag van vandaag worden starters en doorgroeiers op de huizenmarkt hierdoor gestraft. De overheid wil huiseigenaren beschermen tegen te hoge hypotheekschulden. De hoogte van de hypotheek is daarom gemaximeerd tot 100 procent van de taxatiewaarde en tot de jaarlijkse Nibud-berekening voor maximale hypotheeklasten. De ingewikkelde hypotheekbeoordeling is feitelijk nog steeds gebaseerd op vast loon.
Die wereld bestaat al lang niet meer. Het aantal zzp’ers en freelancers explodeert, maar die kunnen nu heel lastig een hypotheek krijgen. De werkgever moet dan een intentieverklaring naar de toekomst afgeven, of er wordt gekeken naar het individuele inkomensvermogen van de afgelopen drie jaar. Waarbij het laatste (corona!) jaar maatgevend is. Dat moet anders.
De overheid hoeft de huiseigenaar niet te beschermen, de overheid moet erop toezien dat de adviseur en de hypotheekverstrekker zich professioneel gedragen. En die adviseur kijkt dan niet primair naar het verleden van een klant, maar vooral naar de potentie van de klant. En die weegt niet het inkomen, maar die maakt een inschatting van een al dan niet verantwoord uitgaven/verdienpatroon. Díe individuele afweging maken, dát is het werk van een hypotheekadviseur. Dus overheid, geef die adviseur het afwegingsmandaat terug. En stop de misplaatste en onnodige betutteling van (nieuwe) huiseigenaren.